Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Samenvatting
Inleiding
Het oordeel van de Raad
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 augustus 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die een Wajong-uitkering had aangevraagd. De aanvraag was door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) geweigerd op basis van de conclusie dat de appellant over arbeidsvermogen beschikte in de te beoordelen periode van 2005 tot 2010. De appellant, geboren in 1987, had eerder een Ziektewet-uitkering ontvangen, maar deze was beëindigd omdat hij in staat was om meer dan 65% van zijn oude loon te verdienen. De appellant stelde dat hij duurzaam geen arbeidsvermogen had en dat hij als jonggehandicapte had moeten worden aangemerkt. De Raad oordeelde echter dat het Uwv terecht had geweigerd de Wajong-uitkering toe te kennen, omdat de appellant in de relevante periode over voldoende arbeidsvermogen beschikte. De rechtbank had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard, en de Raad onderschreef deze beslissing. De Raad concludeerde dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering, en bevestigde de uitspraak van de rechtbank. De appellant kreeg geen vergoeding voor proceskosten en het betaalde griffierecht werd niet teruggegeven.