ECLI:NL:CRVB:2023:16
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Ingangsdatum van persoonsgebonden budget voor ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 5 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De zaak betreft de ingangsdatum van een persoonsgebonden budget (pgb) dat aan appellante is verstrekt voor ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid. Appellante had hoger beroep ingesteld omdat zij van mening was dat de ingangsdatum van de ondersteuning eerder had moeten zijn, namelijk op 18 februari 2018, de datum waarop zij zich voor het eerst had gemeld voor ondersteuning. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam had echter vastgesteld dat de ingangsdatum van de ondersteuning op 16 maart 2020 moest liggen, omdat appellante geen bezwaar had gemaakt tegen eerdere besluiten over de verstrekte maatwerkvoorzieningen.
De Raad heeft vastgesteld dat het college voldoende gemotiveerd heeft waarom het geen aanleiding zag om de ingangsdatum van de ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid te bepalen op 18 februari 2018. De Raad oordeelde dat appellante had moeten reageren op eerdere besluiten en dat het tijdsverloop en het nalaten van appellante om rechtsmiddelen aan te wenden, een rol speelden in de beslissing van het college. De Raad concludeerde dat er geen bijzondere feiten of omstandigheden waren die een andere ingangsdatum rechtvaardigden. Daarom werd het hoger beroep van appellante afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank bevestigd.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdig reageren op besluiten en het gebruik maken van rechtsmiddelen, en bevestigt dat de ingangsdatum van ondersteuning in dit geval correct was vastgesteld door het college.