ECLI:NL:CRVB:2023:154
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor woninginrichting na crisisopvang
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 januari 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Rotterdam. Appellante, die sinds 4 oktober 2018 bijstand ontvangt op grond van de Participatiewet, had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de kosten van woninginrichting. Deze aanvraag werd afgewezen door het college van burgemeester en wethouders van Vlaardingen, omdat de kosten als voorzienbaar werden beschouwd en appellante niet had aangetoond dat zij deze kosten door bijzondere omstandigheden niet kon betalen uit haar bijstandsinkomen.
De Raad heeft vastgesteld dat appellante in een crisisopvang verbleef en dat zij op 9 oktober 2019 een urgentieverklaring voor een woning ontving. Dit maakte het voor haar voorzienbaar dat zij op korte termijn zou verhuizen. De Raad oordeelde dat appellante had kunnen reserveren voor de kosten van woninginrichting, en dat haar keuze om eerder ontvangen bedragen te gebruiken voor het aflossen van privé-schulden niet kan worden afgewenteld op de bijstandsverlening.
De Raad concludeerde dat de kosten van woninginrichting incidenteel voorkomende algemeen noodzakelijke kosten zijn, en dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij deze kosten niet kon betalen uit haar bijstandsinkomen. Het hoger beroep van appellante werd dan ook afgewezen en de eerdere uitspraak van de rechtbank werd bevestigd. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.