ECLI:NL:CRVB:2023:1371
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Proceskostenveroordeling in hoger beroep tegen Uwv na intrekking van het beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 juli 2023 uitspraak gedaan in het hoger beroep van Stichting [appellante] tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een proceskostenveroordeling na de intrekking van het hoger beroep door appellante. De intrekking vond plaats omdat het Uwv met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 13 december 2022 volledig tegemoetkwam aan de bezwaren van appellante. De Raad had eerder op 8 september 2022 een tussenuitspraak gedaan (ECLI:NL:CRVB:2022:1954).
De Raad oordeelde dat, nu het Uwv de gemaakte kosten in bezwaar had vergoed, alleen de kosten in beroep en hoger beroep nog aan de orde waren. De Raad heeft vastgesteld dat appellante recht heeft op een proceskostenvergoeding van in totaal € 2.511,-, bestaande uit € 837,- voor de kosten in beroep en € 1.674,- voor de kosten in hoger beroep. De uitspraak is gedaan in het openbaar en is ondertekend door S.B. Smit-Colenbrander, met H. Alajai als griffier.