In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 juni 2023 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellante had in 2019 een verzoek ingediend om ontheffing van arbeidsverplichtingen, maar dit verzoek werd afgewezen. Na bezwaar en beroep, waarbij appellante medische informatie overlegde, heeft de Raad in een eerdere uitspraak het besluit van het college vernietigd en het college opgedragen een nieuw besluit te nemen. Het college heeft vervolgens het bezwaar gegrond verklaard, maar weigerde de kosten van de bezwaarfase te vergoeden. De Raad oordeelde dat het college onrechtmatig had gehandeld door niet voldoende informatie te vergaren bij de behandelend artsen van appellante. Hierdoor was het besluit van 9 juli 2019 onterecht en diende het college de kosten van de procedure in bezwaar te vergoeden. De totale vergoeding voor appellante is vastgesteld op € 2.031,-, inclusief griffierecht van € 50,-.