ECLI:NL:CRVB:2023:114
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Rectificatie van uitspraak inzake proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
Op 10 januari 2023 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een rectificatie van een eerdere uitspraak van 30 augustus 2022. De zaak betreft een geschil tussen een appellant en het college van burgemeester en wethouders van Delft over de berekening van proceskosten. Het college, vertegenwoordigd door mevrouw L. Kok, wees de Raad op een fout in de berekening van de proceskosten, waarbij onterecht kosten waren berekend voor het verschijnen ter zitting bij de rechtbank, terwijl de appellant en zijn gemachtigde daar niet aanwezig waren.
De Raad heeft partijen de gelegenheid geboden om schriftelijk te reageren op de voorgenomen rectificatie, maar er is geen reactie ontvangen binnen de gestelde termijn van vier weken. Hierdoor ging de Raad ervan uit dat er geen bezwaar was tegen de rectificatie. In de gewijzigde uitspraak is de veroordeling van het college in de kosten van de appellant aangepast. De totale kosten voor verleende rechtsbijstand zijn vastgesteld op € 3.359,-, bestaande uit € 1.082,- in bezwaar, € 759,- in beroep en € 1.518,- in hoger beroep.
De beslissing tot rectificatie is openbaar uitgesproken en de gerectificeerde uitspraak zal worden gepubliceerd op rechtspraak.nl. De uitspraak is gedaan door K.M.P. Jacobs, in tegenwoordigheid van M. Zwart als griffier.