Uitspraak
PROCESVERLOOP
E.M.C. Beijen.
OVERWEGINGEN
18 november 2019 heeft het Uwv geweigerd aan appellante met ingang van 2 september 2019 een WIA-uitkering toe te kennen, omdat zij met ingang van die datum minder dan 35% arbeidsongeschikt is. Het bezwaar van appellante tegen dit besluit heeft het Uwv bij besluit van 18 mei 2020 (bestreden besluit) ongegrond verklaard. Aan het bestreden besluit liggen rapporten van 14 mei 2020 van een verzekeringsarts bezwaar en beroep en van 14 mei 2020 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag.
28 juni 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1945. Van een dergelijke eenduidige, consistente en naar behoren medische gemotiveerde en verantwoorde opvatting is in dit geval geen sprake.
De rechtbank heeft daarbij in aanmerking genomen dat uit de medische rapportages van de verzekeringsarts en de verzekeringsarts bezwaar en beroep naar voren komt dat er cardiologisch en neurologisch geen afwijkingen zijn gevonden en dat een neuropsychologisch onderzoek lichte mentale traagheid toont, meest waarschijnlijk in het kader van psychosomatische problematiek. Voor zover de moeheidsklachten aannemelijk zijn vanwege de doorgemaakte ernstige medische situatie zijn deze meegewogen in de beoordeling.
Uit de door appellante in het geding gebrachte medische informatie komt niet naar voren dat de beperkingen zijn onderschat. De rechtbank ziet geen grond voor twijfel aan de juistheid van de medische conclusies. Uit het voorgaande volgt dat de FML de arbeidsmogelijkheden van appellante juist weergeeft. De aan appellante voorgehouden functies vallen binnen de grenzen van de vastgestelde FML en moeten daarom door appellante verricht kunnen worden.
7 september 2016 onafgebroken lijdt aan invaliderende vermoeidheidsklachten. Deze klachten worden door de behandelend sector in de diverse disciplines die appellante hebben onderzocht reëel geacht. Nimmer is bij de behandelend sector twijfel gerezen over de realiteitswaarde (van de ernst) van de klachten. De klachten zijn daarmee eenduidig, niet ingebeeld en consistent. Naar vaste rechtspraak van de Raad dient in een dergelijk geval het feit dat er (nog) geen oorzaak is gevonden voor de genoemd klachten de burger niet te worden tegengeworpen. Of de medische kunstfout of een andere oorzaak de huidige invaliderende vermoeidheidsklachten en hieruit voortvloeiden beperkingen kunnen verklaren mag voor het Uwv niet uitmaken; het gaat om de aanwezigheid van klachten. Volgens appelante voldoet haar klachtenbeeld aan de eisen vermeld in de door haar genoemde rechtspraak in het geval een medische objectiveerbare oorzaak voor de klachten ontbreekt.