1.11.Bij besluit van 10 juli 2018 (bestreden besluit 2), heeft het college het bezwaar tegen besluit 2 ongegrond verklaard. Het college heeft het bezwaar van appellant dat besluit 2 niet bevoegd is genomen, verworpen. Volgens het college is besluit 2 in (onder)mandaat genomen door de directeur. Het college heeft mandaat verstrekt aan het Algemeen Bestuur van IJmond Werkt! (algemeen bestuur) voor het vaststellen en opleggen van maatregelen op grond van de PW. Het algemeen bestuur heeft op zijn beurt (onder)mandaat verstrekt aan de directeur. Volgens het college wordt met deze besluitvorming artikel 7, vierde lid, van de PW niet geschonden omdat het algemeen bestuur aangemerkt kan worden als een bestuursorgaan.
2. Bij aangevallen uitspraak 1 heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit 1 ongegrond verklaard. Bij aangevallen uitspraak 2 heeft de rechtbank het beroep tegen het bestreden besluit 2 ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe als volgt overwogen:
- het college heeft aan het algemeen bestuur mandaat verleend voor het vaststellen en opleggen van maatregelen op grond van de PW, maar het algemeen bestuur heeft geen besluit genomen waarin aan de directeur daarvoor ondermandaat is verleend. De directeur was daarom niet bevoegd om namens het college besluiten 1 en 2 te nemen;
- X was op grond van het haar door het algemeen bestuur verleende ondermandaat bevoegd de maatregelrapporten op te stellen;
- de bestreden besluiten zijn bevoegd genomen. Het college heeft daarmee het bevoegdheidsgebrek dat aan de primaire besluiten was verbonden gerepareerd. Het college mocht zich in de bestreden besluiten baseren op de conclusies van de maatregelrapporten omdat X tot het opstellen van die rapporten was ondergemandateerd.
3. In hoger beroep heeft appellant zich op hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraken gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.1.Ingevolge artikel 7, eerste lid, onder a, ten eerste, van de PW ondersteunt het college personen die algemene bijstand ontvangen bij arbeidsinschakeling en, indien het college daarbij het aanbieden van een voorziening, waaronder begrepen sociale activering gericht op arbeidsinschakeling, noodzakelijk acht, bepaalt het college deze voorziening en biedt het college deze voorziening aan.
4.1.2.Ingevolge artikel 7, vierde lid, van de PW kan het college de uitvoering van deze wet, behoudens de vaststelling van de rechten en plichten van de belanghebbende en de daarvoor noodzakelijke beoordeling van zijn omstandigheden, door derden laten verrichten. Het college kan de in de eerste volzin bedoelde vaststelling en beoordeling mandateren aan bestuursorganen.
4.2.1.Op 15 maart 2016 is de gemeenschappelijke regeling ‘IJmond Werkt!, 1ste wijziging’ (GR) in werking getreden.
4.2.2.Ingevolge artikel 4, eerste lid, van de GR behartigt het samenwerkingsverband de belangen van de deelnemende gemeenten op het gebied van de re-integratietaak van de PW.
4.2.3.Op grond van artikel 5, eerste lid, aanhef en onder c, van de GR heeft het samenwerkingsverband de taak alle uit de PW voortvloeiende uitvoeringstaken op het gebied van re-integratie te verrichten. In artikel 5, tweede lid, onder b, van de GR is bepaald dat de uitvoeringstaken op het gebied van re-integratie in het kader van de PW door het algemeen bestuur en de directeur in mandaat worden uitgevoerd en dat de colleges van de deelnemende gemeenten hiertoe afzonderlijke mandaatbesluiten nemen.
4.3.1.Op 12 april 2016 heeft het college besloten het mandaat en de machtiging aan het algemeen bestuur van het samenwerkingsverband te wijzigen overeenkomstig een bij dat besluit gevoegde bijlage en het gewijzigde Besluit machtiging en mandaat daags na publicatie in werking te laten treden.
4.3.2.Bij het Besluit machtiging en mandaat heeft het college het algemeen bestuur onder meer gemachtigd bepaalde feitelijke re-integratiewerkzaamheden uit te voeren en gemandateerd bepaalde beslissingen te nemen, zoals het vaststellen en opleggen van maatregelen, een en ander binnen het kader van de PW.
4.3.3.Voorts bepaalt het Besluit machtiging en mandaat dat het algemeen bestuur (onderdelen van) de gemandateerde bevoegdheden mag ondermandateren aan het dagelijks bestuur, de directeur en de medewerkers van het samenwerkingsverband, dat ondermandaat van ondermandaat niet is toegestaan en dat slechts het algemeen bestuur bevoegd is ondermandaat te verlenen. Verder is vermeld dat ondermandaatbesluiten op grond van de Awb moeten worden gepubliceerd.
4.3.4.Bij brief van 26 april 2016 heeft het college het algemeen bestuur verzocht in te stemmen met het Besluit machtiging en mandaat. Op 1 juli 2016 heeft het algemeen bestuur deze instemming gegeven.