Uitspraak
21.1594 PW
21/128 PW wordt vandaag afzonderlijk uitspraak gedaan.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland, waarin haar beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Schagen ongegrond werd verklaard. De zaak betreft aanvragen van appellante om bijzondere bijstand voor diverse kosten, waaronder cranio-sacrale therapie, pedicure en ureumzalf. Het college had deze aanvragen buiten behandeling gesteld, wat leidde tot het hoger beroep. Tijdens de zitting werd duidelijk dat het college inmiddels bijzondere bijstand had verleend voor de kosten die aan het geschil ten grondslag lagen. De Raad voor de Rechtspraak oordeelde dat het beoogde doel van het hoger beroep was bereikt, waardoor appellante geen procesbelang meer had bij een beoordeling van het hoger beroep. De Raad verklaarde het hoger beroep dan ook niet-ontvankelijk. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee leden, en werd openbaar uitgesproken op 19 april 2022.