Uitspraak
mr. D.F. Rosenbaum en mr. M.A. Haci.
OVERWEGINGEN
1 en 2 oktober 2019 bezwaar gemaakt. Bij brieven van 26 november 2019 heeft appellant het dagelijks bestuur telkens in gebreke gesteld wegens het uitblijven van beslissingen op zijn bezwaarschriften.
30 augustus 2019 heeft het dagelijks bestuur de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat appellant niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt. Hiertegen heeft appellant op 2 oktober 2019 bezwaar gemaakt. Bij brief van 29 november 2019 heeft appellant het dagelijks bestuur in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.
1 augustus 2019 is appellant verzocht om nadere gegevens over te leggen, omdat zonder die gegevens de aanvraag niet kan worden beoordeeld. Bij besluit van 2 september 2019 heeft het dagelijks bestuur de aanvraag buiten behandeling gesteld, omdat appellant niet alle gevraagde informatie heeft verstrekt. Hiertegen heeft appellant op 3 oktober 2019 bezwaar gemaakt. Bij brief van 29 november 2019 heeft appellant het dagelijks bestuur in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing op zijn bezwaarschrift.