ECLI:NL:CRVB:2022:733
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen besluit zorgkantoor over persoonsgebonden budget (pgb) voor 2019
In deze zaak heeft verzoekster hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het zorgkantoor Menzis, dat haar persoonsgebonden budget (pgb) voor het jaar 2019 heeft gewijzigd en beperkt. De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 februari 2022 uitspraak gedaan. Verzoekster had een pgb van € 44.936,19 voor 2019 ontvangen, maar het zorgkantoor stelde dat zij zich niet aan de pgb-verplichtingen had gehouden. Dit werd onderbouwd door een uitvoerig onderzoek waaruit onregelmatigheden bleken. Verzoekster heeft in hoger beroep aangevoerd dat zij de zorg die zij had gedeclareerd wel degelijk had ontvangen en dat het zorgkantoor onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn standpunt.
De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat er geen sprake is van een kennelijk onrechtmatig besluit en dat het zorgkantoor bevoegd was om de verleningsbeschikking te wijzigen. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat het niet aannemelijk was dat verzoekster in 2022 recht had op een pgb, gezien de eerdere schending van pgb-verplichtingen. Tevens werd opgemerkt dat verzoekster in 2022 zorg in natura kan ontvangen, wat ook een belangrijke factor was in de beslissing. De uitspraak benadrukt de noodzaak voor zorgverleners om zich aan de pgb-verplichtingen te houden en de rol van het zorgkantoor in het toezicht daarop.