Uitspraak
20 2545 ZW
PROCESVERLOOP
drs. J.C. van Beek.
OVERWEGINGEN
6 februari 2017 heeft hij zich ziekgemeld met fysieke klachten. Op dat moment ontving appellant een uitkering op grond van de Werkloosheidswet. Het Uwv heeft appellant in aanmerking gebracht voor ziekengeld op grond van de Ziektewet (ZW). In het kader van een aanvraag om een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) heeft er een medisch en arbeidskundig onderzoek plaatsgevonden.
17 september 2019 toereikend gemotiveerd dat klachten op zich onvoldoende basis vormen voor beperkingen. Uit de aanwezige stukken blijkt dat bij appellant geen psychiatrische stoornis in engere zin is vastgesteld en dat men de klachten van appellant verklaarde als een reactie op zijn levenssituatie/fysieke situatie, waarbij appellant uiteindelijk niet in behandeling is genomen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een nader psychologisch onderzoek. Verder heeft de rechtbank geoordeeld dat het Uwv appellant terecht in staat heeft geacht de geselecteerde functies te vervullen.
17 augustus 2020 een intake heeft plaatsgevonden en een diagnose is gesteld. Dat is ruim na de datum in geding. Omdat er geen twijfel bestaat over de juistheid van de medische beoordeling, bestaat er geen aanleiding om een deskundige te benoemen.