ECLI:NL:CRVB:2022:487
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de medische belastbaarheid en recht op ziekengeld na een verkeersongeval
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 februari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die zich ziek had gemeld na een verkeersongeval, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) dat hem geen recht meer gaf op ziekengeld per 21 december 2018. De rechtbank had geoordeeld dat het onderzoek door het Uwv zorgvuldig was en dat de conclusies die daaruit voortvloeiden konden worden gedragen. In hoger beroep voerde de appellant aan dat er inmiddels een diagnose was gesteld voor zijn klachten, maar de Raad oordeelde dat niet de diagnose, maar de medisch objectiveerbare beperkingen van belang zijn voor de beoordeling van de medische belastbaarheid. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat de geselecteerde functies binnen de vastgestelde beperkingen van de appellant passen. Ook de melding van een toename van klachten door de appellant werd niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep niet slaagde.