ECLI:NL:CRVB:2022:4
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake schadevergoeding in WIA-zaak met proceskostenveroordeling
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) na een gewijzigde beslissing op bezwaar van 28 januari 2021. Appellante trok haar hoger beroep in en verzocht de Raad om het Uwv te veroordelen in de proceskosten. De Raad heeft het onderzoek ter zitting achterwege gelaten en het onderzoek gesloten. De Raad oordeelde dat, op basis van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), het Uwv veroordeeld kan worden in de kosten die appellante heeft gemaakt in verband met de behandeling van het beroep en hoger beroep. De proceskosten voor verleende rechtsbijstand werden begroot op € 2.277,- in beroep en € 759,- in hoger beroep. Daarnaast werden deskundigenkosten in rekening gebracht, die samen met de proceskosten een totaalbedrag van € 5.757,41 opleverden. De Raad heeft de kostenveroordeling vastgesteld en appellante geadviseerd om voor vergoeding van het griffierecht zich rechtstreeks tot het Uwv te wenden. De uitspraak werd gedaan door J.S. van der Kolk, in tegenwoordigheid van griffier E.X.R. Yi, en is openbaar uitgesproken op 3 januari 2022.