2.3.In zijn rapport van 17 augustus 2018 heeft Offermans op vragen van de rechtbank en de verzekeringsarts bezwaar en beroep, voor zover van belang, als volgt geantwoord:
1.
Weging van het feit dat betrokkens situatie tussen het moment van beoordeling in geding en mijn onderzoek achteruit blijkt te zijn gegaan.
(….)
Zoals uit mijn rapportage moge blijken acht ik per 23 januari 2009 betrokken nog ‘slechts’ beperkt in relatie tot de -op dat moment manifeste- aandoeningen diabetes mellitus en asthma. Van beperkingen van zijn duurbelastbaarheid was op dat moment naar mijn mening nog geen sprake. Het manifest worden van de Myasthenia Gravis (in de loop van 20140 maakte dat betrokkenes beperkingen significant toenamen. Tijdens het onderzoek door de primaire arts (…) bleek dat de (Prednison)behandeling die in verband met laatstgenoemde aandoening werd ingezet tot forse ontregelingen leidde van de suikerstofwisseling. Betrokkenes activiteitenpatroon bleek zich al met al te beperken tot zelfzorg (waarbij hij op een aantal dagen ook aangewezen is op hulp door anderen) en passieve activiteiten. Voor wat betreft de diabetes mellitus bleek er sprake te zijn van wijzigingen in de zin van een -in de loop van de tijd- verhoogde insulinebehoefte, gewichtstoename en verlies van het vermogen om ontregelingen van de bloedsuikerspiegel spontaan te herkennen. De gemeten bloedsuikerwaardes bleken sterk te schommelen, met zowel veel te hoge als veel te lage waardes.
De stelling van de verzekeringsarts bezwaar en beroep dat betrokkenes gezondheidstoestand na het onderzoek door de primaire arts (…) verslechterde onderschrijf ik slechts zeer ten dele. Het manifest worden van de Myasthenia Gravis leidde vanaf 2014 tot aanvullende behandeling met Prednison, hetgeen een ontregelende uitwerking bleek te hebben op de Diabetes Mellitus, die voordien nog relatief stabiel was. De beperkingen die aldus ontstonden noopten tot het afbreken van de opleiding die betrokkene voordien nog volgde.
2.
Uitleg (vanuit het perspectief van het WAJONG-toetsingskader) omtrent mijn oordeel dat betrokkene gedurende minder dan 4 uur per dag een passende taak zou kunnen verrichten.
Ik acht betrokkenes duurbelastbaarheid sterk beperkt, in relatie tot de belemmeringen die hij ondervindt van de ziektebeelden Myasthenia Gravis en Diabetes Mellitus. Beide aandoeningen gaan gepaard met aantasting van energetische vermogens. Daarbij komt dat de (Prednison)behandeling van de Myasthenia Gravis van negatieve invloed is op de Diabetes Mellitus.
Tegen de achtergrond van de verzekeringsgeneeskundige standaard Duurbelastbaarheid in Arbeid (waarnaar verwezen wordt in het WAJONG-toetsingskader) schat ik de duurbelastbaarheid (..) in op ongeveer twee uur per dag: ruim binnen periode van vier uur werken is voor betrokkene een zodanige recuperatietijd nodig dat binnen dezelfde dag niet nogmaals gedurende ongeveer twee uur een arbeidsprestatie kan worden geleverd.
3.
Uitleg (vanuit het perspectief van het WAJONG-toetsingskader) omtrent mijn oordeel dat betrokkene niet minimaal 1 uur aaneen een taak kan vervullen.
De verzekeringsarts bezwaar en beroep stelt terecht dat het WAJONG-toetsingskader zich voor wat betreft deze voorwaarden richt op mentale capaciteiten, waaraan in het geval van betrokkene inderdaad niet behoeft te worden getwijfeld.
4.
Antwoord op de vraag of er reeds per datum in geding tot duurzaamheid (in de zin van de WAJONG) moest worden besloten.
In strikte zin stond op het moment dat betrokkene werd doorverwezen naar het Erasmus MC nog niet vast dat er geen aanvullende behandelopties meer voor hem beschikbaar waren. Per saldo heeft deze verwijzing echter geen nadere (bruikbare) opties opgeleverd.
Aanpassing van medicatie leidde niet tot verbeteringen, operatieve behandeling (thymectomie) werd niet geïndiceerd geacht. De -voortgezette- leefregel om de feitelijk ervaren grenzen van lichamelijke inspanning te respecteren gold reeds vanaf het moment dat de diagnose Myasthenia Gravis was gesteld.”