Uitspraak
15.2693 WIA-S
11 maart 2015, 14/1066, in het geding tussen verzoeker en het Uwv.
OVERWEGINGEN
3 oktober 2013 een WGA-uitkering toegekend. In de genoemde uitspraak heeft de Raad onder meer het beroep tegen het besluit van 1 maart 2017 ongegrond verklaard. Over de door verzoeker gevorderde schadevergoeding heeft de Raad overwogen dat op grond van de op dat moment beschikbare gegevens niet te bepalen is of, en zo ja, in welke omvang en vanaf wanneer verzoeker schade heeft geleden als gevolg van het besluit van 19 maart 2014. Het onderzoek is vervolgens heropend en verzoeker is in de gelegenheid gesteld een gespecifieerde opgave te doen van de door hem gestelde schade.
WIA-uitkering. Deze is ook nabetaald. Wat betreft de gemiste aanspraak op een tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten heeft het Uwv bij besluit van 7 februari 2020 aan verzoeker over de jaren 2014 tot en met 2016 een tegemoetkoming en wettelijke rente daarover toegekend. Verzoeker heeft laten weten het eens te zijn met de vergoedingen aan wettelijke rente over de nabetaalde WIA-uitkering en met de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten. Verzoeker heeft verder afgezien van schadevergoeding vanwege de procedures met zijn werkgever. Partijen hebben op de zitting een nadere afspraak tot overleg gemaakt over de gestelde belastingschade en kilometervergoeding en over het nabetalen van de wettelijke rente over de tegemoetkoming voor arbeidsongeschikten.