ECLI:NL:CRVB:2022:2751
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Tussenuitspraak over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid in het kader van de WIA met betrekking tot migraineklachten
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 december 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant, die lijdt aan migraine, psychische klachten en vermoeidheid. Appellant had eerder een WGA-uitkering ontvangen, maar was het niet eens met de vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid van 51,65% door het Uwv. Hij stelde dat zijn migraineaanvallen, die hij gemiddeld twee keer per week ervaart, niet adequaat waren meegenomen in de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De Raad oordeelde dat het Uwv onvoldoende rekening had gehouden met de frequentie en duur van de migraineaanvallen, en dat de motivering van het bestreden besluit niet voldeed aan de eisen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad droeg het Uwv op om het gebrek in het besluit te herstellen en een nieuwe beslissing te nemen, waarbij de frequentie van de migraineaanvallen en de gevolgen daarvan voor de arbeidsongeschiktheid in acht genomen moeten worden. De Raad heeft nog geen oordeel gegeven over het verzoek van appellant om schadevergoeding wegens overschrijding van de redelijke termijn.