ECLI:NL:CRVB:2022:2714
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak wegens niet tijdig betaald griffierecht
Op 13 december 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 22/1820 PW. Verzoekster had verzocht om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 19 april 2022, onder zaaknummer 21/128. De herziening werd aangevraagd omdat verzoekster van mening was dat er nieuwe feiten of omstandigheden waren die de eerdere beslissing konden beïnvloeden. Echter, de Raad oordeelde dat het griffierecht van € 136,- niet tijdig was betaald. Verzoekster was in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dit was niet binnen de gestelde termijn gebeurd. De Raad heeft in zijn overwegingen verwezen naar de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die bepalen dat het griffierecht moet worden betaald om een verzoek om herziening in behandeling te nemen. Aangezien het griffierecht niet op tijd was voldaan, werd het verzoek om herziening als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door A.M. Overbeeke, in tegenwoordigheid van M.C.G. van Dijk als griffier, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.