Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- bepaalt dat van het Uwv een griffierecht van € 543,- wordt geheven.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 november 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. Het hoger beroep was ingesteld tegen de uitspraak van 15 april 2022, waarin de rechtbank het beroep van het Uwv niet ontvankelijk had verklaard. De Centrale Raad oordeelde dat het Uwv in strijd met de Algemene wet bestuursrecht (Awb) geen gronden had ingediend bij het beroepschrift. Ondanks herhaalde verzoeken om de gronden in te dienen, heeft het Uwv de gestelde termijnen niet nageleefd. Het uitstelverzoek dat op 13 september 2022 werd ingediend, was te laat en er waren geen gegronde redenen voor het verzuim. Hierdoor werd het hoger beroep als kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak van de rechtbank blijft in stand, en het Uwv moet een griffierecht van € 543,- betalen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.