ECLI:NL:RBZWB:2022:2022

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
15 april 2022
Publicatiedatum
15 april 2022
Zaaknummer
AWB - 20 _ 7760
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het recht op Wajong-uitkering en arbeidsvermogen van een jonggehandicapte

In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 15 april 2022, werd het beroep van eiser tegen een besluit van het UWV behandeld. Eiser had in 2019 een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, welke was afgewezen op basis van het oordeel dat hij over arbeidsvermogen beschikte. Eiser, geboren op 20 september 2001, stelde dat hij duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie had vanwege zijn beperkingen, waaronder ASS en ADHD. Het UWV had in eerdere besluiten vastgesteld dat eiser in staat was om een taak uit te voeren in een arbeidsorganisatie, maar eiser betwistte dit en voerde aan dat hij intensieve begeleiding nodig had en niet zelfstandig kon functioneren in een reguliere werkomgeving.

De rechtbank overwoog dat de beoordeling van het UWV niet in lijn was met de feiten zoals die naar voren kwamen uit de rapportages van de verzekeringsartsen en arbeidsdeskundigen. De rechtbank concludeerde dat de noodzaak van voortdurende begeleiding en toezicht niet in de weg staat aan het aannemen van arbeidsvermogen, maar dat in dit geval de intensiteit van de begeleiding verder ging dan wat in een reguliere werkomgeving verwacht kan worden. De rechtbank oordeelde dat eiser op de datum van zijn achttiende verjaardag, 20 september 2019, geen arbeidsvermogen had en dat het UWV een nieuw besluit moest nemen met inachtneming van deze uitspraak. Het beroep werd gegrond verklaard, het bestreden besluit werd vernietigd en het UWV werd opgedragen om binnen acht weken een nieuw besluit te nemen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Zittingsplaats Breda
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/7760 WAJONG

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 15 april 2022 in de zaak tussen

[naam eiser] , te [plaatsnaam] , eiser,

gemachtigde: mr. M.A.L. Timmermans,
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen(UWV; kantoor Eindhoven), verweerder.

Procesverloop

In een besluit van 22 oktober 2019 (primair besluit) heeft het UWV eiser laten weten dat hij geen recht heeft op een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong).
In een besluit van 24 juni 2020 (bestreden besluit) heeft het UWV het bezwaar van eiser tegen het primaire besluit ongegrond verklaard.
Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld.
Het UWV heeft een verweerschrift ingediend.
Het beroep is besproken op de zitting van de rechtbank in Breda op 17 januari 2022. Eiser is verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde en zijn moeder. Het UWV heeft zich laten vertegenwoordigen door [naam vertegenwoordiger] .
De rechtbank heeft de termijn voor het doen van uitspraak met zes weken verlengd.

Overwegingen

1.
Feiten
Eiser, geboren op 20 september 2001 (18e verjaardag: 20 september 2019), heeft op 24 juli 2019 een Beoordeling arbeidsvermogen (beoordeling) aangevraagd bij het UWV ten behoeve van een Wajong-uitkering.
Bij het primaire besluit heeft het UWV geweigerd om aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen, omdat hij beschikt over arbeidsvermogen en daarmee niet voldoet aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt.
Op 20 mei 2020 heeft een telefonische hoorzitting in bezwaar plaatsgevonden.
Bij het bestreden besluit is het bezwaar van eiser ongegrond verklaard.
2.
Omvang geschil
In geschil is of het UWV in het bestreden besluit terecht de weigering om aan eiser een Wajong-uitkering toe te kennen heeft gehandhaafd.
3.
Beroepsgronden
Eiser stelt in beroep – evenals in bezwaar – dat hij duurzaam geen arbeidsvermogen heeft. Eiser voert hiertoe aan dat de omschrijving van zijn beperkingen door de verzekeringsarts bezwaar en beroep (b&b) niet compleet is. Hij mist onder andere de beperkingen ernstige (chronische) vermoeidheid, slechte aandacht en concentratie (vanwege prikkelgevoeligheid), anderen in zijn buurt. Naast de problemen met het beginnen aan een taak is het voor eiser ondoenlijk om aan de gang te blijven met een taak (door prikkels snel afgeleid en moet dan bijgestuurd worden). Eiser heeft zeer intensieve begeleiding nodig, een constant aansturen, waardoor substantiële en regelmatige verstoringen van het productieproces ontstaan. Eiser kan volgens het Compendium niet ten minste één uur aaneengesloten werken en beschikt niet over basale werknemersvaardigheden. Dit sluit aan bij de verslagen van [naam bedrijf] en VSO. Het uitvoeren van instructies moet in zijn algemeenheid kunnen worden gedaan en onafhankelijk zijn van eisers interesse in de activiteit. Eiser acht zich niet in staat de geduide taken uit te voeren.
4.
Wettelijk kader
Artikel 1a:1 van de Wajong bepaalt, voor zover hier van belang, het volgende:
1. Jonggehandicapte in de zin van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen is de ingezetene die:
a. op de dag waarop hij achttien jaar wordt als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft;
b. na de in onderdeel a bedoelde dag als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte, gebrek, zwangerschap of bevalling duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie heeft en in het jaar, onmiddellijk voorafgaand aan de dag waarop dit is ingetreden, gedurende ten minste zes maanden studerende was.
4. Onder duurzaam geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben wordt in dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de situatie verstaan waarin de mogelijkheden tot arbeidsparticipatie zich niet kunnen ontwikkelen.
8. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen met betrekking tot het eerste, vierde en zesde lid nadere regels worden gesteld.
De nadere regels als bedoeld in artikel 1a:1, achtste lid, van de Wajong zijn neergelegd in het Schattingsbesluit.
Op grond van artikel 1a, eerste lid, van het Schattingsbesluit heeft betrokkene geen mogelijkheden tot arbeidsparticipatie als bedoeld in de artikelen 1a:1, eerste lid, 2:4, eerste lid, en 3:8a, eerste lid, van de Wajong 2015, indien hij:
a. geen taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
b. niet over basale werknemersvaardigheden beschikt;
c. niet aaneengesloten kan werken gedurende ten minste een periode van een uur; of
d. niet ten minste vier uur per dag belastbaar is, tenzij hij ten minste twee uur per dag belastbaar is en in staat is per uur ten minste een bedrag te verdienen dat gelijk is aan het minimumloon per uur.
Het tweede lid van dit artikel bepaalt dat een taak als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, de kleinste eenheid is van een functie en bestaat uit één of meerdere handelingen.
Het UWV heeft in verband met de inwerkingtreding van de Wajong per 1 januari 2015 de methode Sociaal Medische Beoordeling Arbeidsvermogen (SMBA) ontwikkeld. Voor het toepassen van de SMBA-systematiek heeft het UWV het ‘Compendium Participatiewet’ (Compendium) vastgesteld. Het Compendium moet worden aangemerkt als een vaste gedragslijn.
5.
Medische en arbeidskundige beoordeling door het UWV
Aan de in de besluitvorming neergelegde standpunten heeft het UWV rapportages van een verzekeringsarts, een verzekeringsarts b&b, een arbeidsdeskundige en een arbeidsdeskundige b&b ten grondslag gelegd.
5.1
Primaire fase
Verzekeringsarts Verwijst heeft eiser gezien op het spreekuur van 23 september 2019, waarbij psychisch en lichamelijk onderzoek heeft plaatsgevonden, en heeft het dossier bestudeerd. Tevens heeft multidisciplinair overleg en overleg met de arbeidsdeskundige op 23 september 2019 plaatsgevonden. De verzekeringsarts rapporteert op 23 september 2019 dat eiser bekend is met meervoudige ontwikkelingsproblematiek. Eiser is in 2014 gediagnosticeerd met ASS en ADHD. Daarnaast was sprake van een sterk disharmonisch intelligentieprofiel, waarbij eiser een verbale intelligentie heeft op gemiddeld niveau en een performale intelligentie op licht verstandelijk beperkt niveau. Eiser is tevens bekend met NF-1. In 2017 is eiser behandeld voor een complexe enkelfractuur, waarna verslechtering van de lichamelijke conditie is opgetreden. Er is geen cardiale oorzaak gevonden voor het verminderde uithoudingsvermogen. Eiser heeft als gevolg van de NF-1 beperkingen op fysiek gebied (motorisch). Als gevolg van de ontwikkelingsproblematiek heeft eiser beperkingen op mentaal en sociaal gebied. Het is aannemelijk dat eiser hierom een hogere behoefte heeft aan begeleiding, zoals beschreven in de arbeidsdeskundige rapportage. In het kader van deze Wajong-beoordeling is eiser ten minste vier uur per dag belastbaar. Een beperking in de duurbelastbaarheid is bij eiser niet van toepassing. Eiser wordt tevens in staat geacht om één uur aaneengesloten zelfstandig werkzaamheden te verrichten, omdat uit het onderzoek geen aanwijzingen naar voren komen dat hij hiertoe niet in staat is. Eiser kan zijn aandacht aaneengesloten bij het gamen houden. Op basis van deze informatie kan worden vastgesteld dat er geen sprake is van het ontbreken van arbeidsvermogen op medische gronden.
Arbeidsdeskundige [naam arbeidsdeskundige 1] heeft eiser gezien op het spreekuur van 23 september 2019 en heeft het dossier bestudeerd. De arbeidsdeskundige rapporteert op 15 oktober 2019 dat eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden. Hij laat in zijn werk bij [naam bedrijf] zien dat hij regels en afspraken met een werkgever kan nakomen. Hij gaat zelfstandig vier dagen per week naar zijn werk. Hij doet wat van hem gevraagd wordt in het werk. Op basis van de geschikte werksoorten uit de Analyse Arbeidsvermogen wordt de taak invoeren van gegevens (1601) geschikt geacht voor eiser. Een andere taak die eiser kan uitvoeren met zijn belastbaarheid is vouwen was (0804). Eiser voldoet aan alle vier de criteria voor het aannemen van arbeidsvermogen.
5.2
Bezwaarfase
Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts] heeft eiser gesproken op de telefonische hoorzitting van 20 mei 2020 en heeft het dossier bestudeerd. De verzekeringsarts b&b rapporteert op
25 mei 2020 het volgende. Gezien het medisch beeld van eiser zijn er meer beperkingen dan aangegeven, is er sprake van begeleidingsbehoefte die nadere beschrijving behoeft en is eiser in staat te achten één uur aaneengesloten en vier uur per dag te werken. Ten aanzien van het medisch beeld zijn in bezwaar geen nieuwe feiten of omstandigheden naar voren gekomen. De verzekeringsarts heeft eisers beperkingen uitgebreid beschreven. Er is sprake van begeleidingsbehoefte gericht op de functie en op de persoon. Eiser is aangewezen op voortdurende, aansturende begeleiding, die hem tevens voorbereidt op veranderingen en zijn taak uitlegt. De begeleiding is langdurig noodzakelijk, deels ook blijvend. De begeleiding zal niet leiden tot structurele substantiële onderbrekingen van het productieproces. Er kan kort aangestuurd worden. De intensiteit van de begeleiding is daarmee matig intensief. Met begeleiding is eiser in staat één uur aaneengesloten te werken. De dagbesteding geeft aan dat eiser 5,5 uur werkt buiten de pauzes om. Het slechter slapen en de ervaren vermoeidheid vormt aanleiding tot het goed afgrenzen van de dag en vormt eveneens aanleiding tot de eis van regelmatige werktijden zonder avond- of nachtwerk of wisselende werktijden. In fysiek niet te zwaar werk is er geen noodzaak om eiser op energetische gronden een urenbeperking op te leggen. Medisch gezien is er geen reden om eiser niet in staat te achten ten minste vier uur per dag te werken in passend werk. Ten aanzien van basale werknemersvaardigheden geldt dat er geen medische redenen zijn op basis waarvan eiser zich niet aan heldere afspraken kan houden of geen eenvoudige opdrachten kan begrijpen. Er is nood aan goede begeleiding.
Arbeidsdeskundige b&b [naam arbeidsdeskundige 2] heeft het dossier bestudeerd en rapporteert op 22 juni 2020 het volgende. Eiser heeft arbeidsvermogen. Hij kan een taak uitvoeren in een arbeidsorganisatie. De door de arbeidsdeskundige aangegeven voorbeeldtaak wordt niet gehandhaafd. De taak is niet geschikt, omdat eiser belemmeringen heeft ten aanzien van het stellen van prioriteiten en hij niet zelfstandig overzicht kan houden op nieuwe aanvragen in de postbak. De werkzaamheden zijn gelijksoortig aan de werkzaamheden die eiser bij de dagbesteding verricht. De taak vouwen was (0804) is niet geschikt, omdat daarbij sprake is van geluidbelasting en te veel noodzakelijk contact. De nieuw geselecteerde voorbeeldtaak is scannen (1502). Eiser heeft met het afronden van een VMBO-opleiding, stage en werk op de dagbesteding blijk gegeven dat hij instructies begrijpt, onthoudt en uitvoert en afspraken nakomt.
5.3
Beroepsfase
Verzekeringsarts b&b [naam verzekeringsarts] heeft aanvullend gerapporteerd naar aanleiding van de beroepsgronden van eiser. De verzekeringsarts b&b rapporteert op 28 oktober 2020 dat de beroepsgronden van eiser geen aanleiding geven om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen.
Arbeidsdeskundige b&b [naam arbeidsdeskundige 2] rapporteert als reactie op de beroepsgronden van eiser op 12 november 2020 dat eiser basale werknemersvaardigheden heeft, de taak scannen (1502) kan uitvoeren en dus arbeidsvermogen heeft.
6.
Beoordeling door de rechtbank
6.1.
In geschil is of bij eiser op de dag dat hij achttien jaar werd (20 september 2019) als rechtstreeks en objectief medisch vast te stellen gevolg van ziekte of gebrek duurzaam geen sprake was van mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
6.2.
De rechtbank overweegt dat iemand op grond van het Schattingsbesluit arbeidsongeschiktheidswetten (Schattingsbesluit) arbeidsvermogen in de zin van artikel 1a:1, eerste lid, van de Wajong heeft als hij:
1. Een taak kan uitvoeren in een arbeidsorganisatie;
2. Basale werknemersvaardigheden heeft;
3. Ten minste een uur aaneengesloten kan werken; en
4. Ten minste vier uur per dag belastbaar is.
Er is slechts arbeidsvermogen als aan alle genoemde vereisten is voldaan. Is dat het geval dan moet het UWV beoordelen of deze situatie duurzaam is als bedoeld in artikel 1a:1, vierde lid, van de Wajong.
6.3.
De rechtbank overweegt dat in beroep tussen partijen in geschil is of eiser beschikt over basale werknemersvaardigheden. In dat kader heeft eiser aangevoerd dat hij niet in staat is om de aandacht weer tijdig te richten op zijn bezigheden, en dat hij niet het vermogen heeft zichzelf te sturen. Ook lukt het hem niet om instructies te begrijpen, en dat te kunnen uiten als dat nodig is.
Verder is tussen partijen in geschil of de begeleidingsbehoefte van eiser in de weg staat aan het hebben van arbeidsvermogen als bedoeld in het Schattingsbesluit. Er zijn met name gronden aangevoerd met betrekking tot het criterium ten minste één uur aaneengesloten kunnen werken. Aangevoerd is dat eiser vaak afgeleid is, iets anders gaat doen en zich daarin niet kan corrigeren. Het zelfstandig functioneren is zo beperkt dat met een te grote frequentie moet worden bijgestuurd, met als gevolg substantiële en regelmatige verstoringen van het productieproces.
6.4.
De verzekeringsarts b&b heeft in beroep gerapporteerd dat eiser weliswaar binnen een uur regelmatig afgeleid raakt en dan aansturing nodig heeft, maar dat hij bij direct en duidelijk aansturen niet ver afdwaalt en meteen teruggebracht kan worden bij de taak, waardoor er geen substantiële onderbreking van het productieproces optreedt. Er zijn geen medische redenen op basis waarvan eiser geen basale werknemersvaardigheden heeft. De verzekeringsarts b&b geeft aan dat bij de beoordeling rekening is gehouden met het feit dat starten met een taak aansturing behoeft, maar ook dat tussentijds aansturing nodig is. In navolging hierop heeft de arbeidsdeskundige b&b in beroep gerapporteerd dat eiser met het afronden van een opleiding heeft aangetoond opdrachten te begrijpen, onthouden en uit te voeren. Dat eiser instructies kan uitvoeren, volgt ook uit het feit dat hij langere tijd kan wandelen en gamen en hij zelfstandig kan reizen met het openbaar vervoer als de route bekend is. Eiser is met begeleiding bij afleiding in staat zijn aandacht tijdig weer richten op zijn taak. Eiser kan zelfstandig een taak ondernemen, waarbij begeleiding kortdurend kan bijsturen. Eiser is in staat afspraken na te komen wanneer hij in een juiste omgeving verkeert met goede begeleiding. Hierom beschikt eiser over basale werknemersvaardigheden.
6.5.
Verder blijkt uit het dossier dat eiser van 2016 tot 2019 een BBL-opleiding heeft gevolgd in het voortgezet speciaal onderwijs bij Scholengemeenschap [naam school] . In het verslag ontwikkelingsperspectief van januari 2019 is onder andere het volgende opgenomen. Eiser is een vriendelijke jongen die moeite heeft met het omgaan met en reguleren van zijn emoties en gedrag. Zijn stemming kan snel omslaan en hij raakt snel gefrustreerd. Hij kan blokkeren als hij te veel prikkels krijgt, maar ook als hij feedback krijgt. Eiser kan zowel brutaal en verbaal agressief als teruggetrokken gedrag laten zien. In sociale contacten roept hij, scheldt hij, slaat of gooit hij met spullen en is moeilijk bij te sturen wanneer hij boos is. Het kost eiser veel moeite om zich te handhaven in een onderwijssetting. Hij heeft moeite met het taakgericht bezig zijn en is snel afgeleid. Het afmaken van opdrachten lukt hem meestal niet. Gezien het sociaal-emotionele niveau en de vele begeleiding die eiser nodig heeft, wordt het uitstroomperspectief aangepast naar dagbesteding.
6.6.
Uit het dossier volgt tevens dat eiser sinds augustus 2019 dagbesteding bij [naam bedrijf] volgde, een dagbesteding met administratieve werkzaamheden voor mensen met een normale begaafdheid en autisme. [naam persoonlijk begeleider] , persoonlijk begeleider complex [naam complex] bij [naam bedrijf] , geeft in het door eiser in bezwaar ingebrachte verslag van
13 januari 2020 onder andere het volgende aan [1] . Eiser is chronisch vermoeid. Verder raakt hij erg makkelijk afgeleid door prikkels, zowel in een kantoortuin als in een rustige werkomgeving. Eiser kan zich moeilijk concentreren op een taak en is binnen één uur veelal met andere zaken dan de taak bezig. Eiser heeft nog geen van de arbeidsvaardigheden die worden gebruikt binnen [naam bedrijf] goed ontwikkeld. Eiser heeft begeleiding in de nabijheid nodig om taken naar behoren uit te kunnen voeren (lees: naar behoren volgens de kaders van de dagbesteding) en aangesproken te worden op gedrag. Eiser heeft nog veel arbeidsvaardigheden en vaardigheden op sociaal-emotioneel niveau te leren om te kunnen functioneren binnen de kaders van arbeidsmatige dagbesteding. Eiser is veelal bezig op zijn telefoon, trapt tegen prullenbakken bij het dichtdoen daarvan en daagt collega’s uit. [naam persoonlijk begeleider] schat in dat eiser niet zal kunnen gaan werken in een regulier bedrijf. Er is groei mogelijk, maar wel binnen de kaders van (arbeidsmatige) dagbesteding. Eiser zal weinig tot geen arbeidsvermogen hebben om te kunnen functioneren in een reguliere, betaalde setting.
6.7.
De rechtbank overweegt dat uit het Compendium volgt dat het begrip basale werknemersvaardigheden inhoudt dat een werknemer instructies van de werkgever kan begrijpen, onthouden en uitvoeren (1) en dat hij afspraken met de werkgever kan nakomen (2). In het kader van onderdeel 1 is van het belang dat eiser een aantal vaardigheden ontwikkelt. Bij een aantal van die vaardigheden - herinneren, richten van de aandacht en zelfstandig ondernemen van enkelvoudige of meervoudige taak - dient eiser een zekere mate van zelfstandigheid te hebben, en zonder al te veel bijsturing zich weer te kunnen richten op de uitvoering van de taak.
6.8.
Naar vaste rechtspraak staat de noodzaak van voortdurend toezicht en intensieve begeleiding in beginsel niet in de weg aan het aannemen van arbeidsvermogen als bedoeld in artikel 1a van het Schattingsbesluit [2] . Dit geldt ook als de aard of intensiteit van de begeleiding en/of toezicht verder gaat dan wat van een werkgever in het vrije bedrijf in redelijkheid kan worden verlangd en er in feite sprake dient te zijn van beschutte werkomstandigheden.
Ter zitting zijn de bevindingen uit de hiervoor genoemde verslagen nader toegelicht door eiser, zijn gemachtigde en zijn moeder. Hieruit volgt dat eiser sinds een tijd in een beschermd wonen instelling woont waar 24 uurs begeleiding is. Verder kan hij bij de dagbesteding alleen functioneren en afspraken nakomen binnen het rondom hem opgebouwde ondersteuningssysteem dat bestaat uit begeleiders die hij kent en die vanuit hun specifieke expertise met ASS en kinderen met moeilijk gedrag kunnen omgaan met zijn problematiek. Als dit systeem, waarop eiser voortdurend een beroep moet kunnen doen, wegvalt, kunnen zich onder meer verbale en fysieke agressie voordoen óf blokkeert eiser volledig.
Naar het oordeel van de rechtbank komen de rapportages van de verzekeringsarts b&b en de arbeidsdeskundige b&b op hoofdpunten overeen met deze bevindingen. Het UWV heeft echter op basis van deze rapportages geconcludeerd – in tegenstelling tot wat [naam bedrijf] en eiser stellen – dat eiser wél arbeidsvermogen heeft en niet dat hij enkel kan functioneren in zijn omgeving van dagbesteding en beschermd wonen. De rechtbank is van oordeel dat de in beroep geschetste intensieve en persoonlijke begeleiding door daartoe gekwalificeerde begeleiders verder reikt dan de kaders die in een arbeidsorganisatie door de aanwezigheid van een leidinggevende en/of inzet van een jobcoach bij het verrichten van een taak kunnen worden geboden, ook als hierbij de mogelijkheid van een beschutte werkomgeving als bedoeld in artikel 10b van de Participatiewet wordt betrokken. De rechtbank wijst in dit verband op de bevindingen van de begeleidster van eiser bij [naam bedrijf] . Het betoog dat eiser op 20 september 2019 geen arbeidsvermogen had treft dus doel. De overige beroepsgronden hoeven daarom niet meer te worden besproken.
6.8.
De rechtbank oordeelt dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven. Het UWV zal worden opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen, met inachtneming van wat in deze uitspraak is overwogen. Het UWV zal daartoe alsnog dienen te onderzoeken of het ontbreken van arbeidsvermogen bij eiser op 20 september 2019 als duurzaam is te beschouwen.
6.9.
Het beroep zal gegrond worden verklaard en de rechtbank zal het bestreden besluit vernietigen. Het UWV zal daarom een nieuw besluit moeten nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank stelt hiervoor een termijn van acht weken. Daarbij merkt de rechtbank op dat deze termijn pas begint nadat de termijn voor het instellen van hoger beroep ongebruikt is verstreken of, indien hoger beroep is ingesteld, nadat op dat hoger beroep is beslist.
7.
Proceskosten en griffierecht
Omdat het beroep gegrond wordt verklaard, dient het griffierecht aan eiser te worden vergoed. De rechtbank veroordeelt het UWV in de door eiser gemaakte proceskosten. De proceskosten worden berekend volgens het Besluit proceskosten bestuursrecht. Het UWV wordt veroordeeld om de kosten van rechtsbijstand te vergoeden. Deze kosten stelt de rechtbank vast op € 1.518,- (1 punt voor het indienen van het beroepschrift, 1 punt voor het verschijnen op de zitting, met een waarde per punt van € 759,-, en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De rechtbank:
  • verklaart het beroep gegrond;
  • vernietigt het bestreden besluit;
  • draagt het UWV op binnen acht weken nadat deze uitspraak gezag van gewijsde heeft gekregen een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
  • draagt het UWV op het betaalde griffierecht van € 48,- aan eiser te vergoeden;
  • veroordeelt het UWV in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 1.518,-.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.G.J.M. de Weert, rechter, in aanwezigheid van
mr. A.M. Pasmans, griffier, op 15 april 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is verhinderd deze uitspraak mede te ondertekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.Gedingstuk B44 en verder.
2.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de CRvB van 14 juli 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:1461.