ECLI:NL:CRVB:2022:2508
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake AOW met betrekking tot niet-ontvankelijkheid van hoger beroep en verzet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 november 2022 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 21 mei 2021. Het verzoekster, die in Marokko woont, had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, maar dit was niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald en het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Na een aantal procedures, waaronder een verzoek om herziening dat niet-ontvankelijk werd verklaard, heeft verzoekster opnieuw verzocht om herziening van de uitspraak van 21 mei 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die aanleiding geven tot herziening, zoals vereist volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad heeft benadrukt dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. Aangezien er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd, is het verzoek om herziening afgewezen. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier I. van der Hout, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.