ECLI:NL:CRVB:2022:2441
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake afwijzing aanvragen woonvoorzieningen traplift en elektrische deuropener
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de afwijzing van haar aanvragen voor een traplift en een elektrische deuropener door het Gemeenschappelijke orgaan ROGplus. Appellante, geboren in 1947, heeft beperkingen in mobiliteit en woont op de eerste etage van een flat zonder lift. ROGplus heeft eerder een verhuiskostentegemoetkoming verstrekt, maar de aanvragen voor de woonvoorzieningen zijn afgewezen omdat een traplift niet in de gemeenschappelijke ruimte mag worden geplaatst en de elektrische deuropener niet als passende voorziening wordt gezien. De rechtbank heeft de beroepen van appellante tegen de besluiten van ROGplus ongegrond verklaard. De Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak, waarbij wordt opgemerkt dat de noodzaak voor een traplift niet kan worden onderbouwd vanuit brandveiligheidsoverwegingen. De Raad volgt de rechtbank in haar oordeel dat appellante niet langdurig in staat is om zonder traplift haar woning te bereiken, en dat de afwijzing van de aanvraag voor de elektrische deuropener op juiste gronden is gedaan. De Raad wijst erop dat appellante desgevraagd opnieuw in aanmerking kan komen voor een verhuiskostenvergoeding.