ECLI:NL:CRVB:2022:231
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake pensioenrechten en aansprakelijkheid
Op 20 januari 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 13 april 2017. Verzoeker, die in dienst was bij het college van dijkgraaf en hoogheemraden van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden, verzocht om herziening van de uitspraak die betrekking had op zijn pensioenrechten. Verzoeker stelde dat het college onzorgvuldig had gehandeld door het ABP onjuist te informeren over zijn status als actieve werknemer, wat leidde tot een lager ouderdomspensioen. De Raad oordeelde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid, zoals vereist volgens artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat de door verzoeker aangevoerde geldstromen geen verband hielden met de gestelde schadeoorzaak en dat het verzoek om herziening daarom moest worden afgewezen. De uitspraak werd gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van griffier M.E. van Donk.