ECLI:NL:CRVB:2022:2260
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om ANW-nabestaandenuitkering op basis van arbeidsongeschiktheid
Op 20 oktober 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende de afwijzing van een verzoek om een nabestaandenuitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (ANW). Appellante, geboren in 1963, had in januari 2019 een aanvraag ingediend bij de Sociale verzekeringsbank (Svb) na het overlijden van haar echtgenoot in 2018. De Svb had op basis van een medisch onderzoek door het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv) vastgesteld dat appellante op de datum van overlijden niet meer dan 45% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de afwijzing van haar aanvraag.
Appellante maakte bezwaar tegen deze beslissing, maar de Svb verklaarde het bezwaar ongegrond na aanvullend onderzoek. De rechtbank Overijssel bevestigde de afwijzing van de Svb, waarbij werd gesteld dat het medisch onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd en dat de door appellante ingebrachte medische informatie adequaat was beoordeeld. In hoger beroep herhaalde appellante haar standpunten, waaronder dat haar medische beperkingen waren onderschat en dat er een beroep werd gedaan op het vertrouwensbeginsel.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat appellante niet voldeed aan de voorwaarden voor een nabestaandenuitkering, aangezien zij op de relevante datum niet meer dan 45% arbeidsongeschikt was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuwe medische gegevens waren overgelegd die de eerdere bevindingen konden onderbouwen. De Raad concludeerde dat appellante geen recht had op de gevraagde uitkering en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.