ECLI:NL:CRVB:2022:2258
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herbeoordeling van WGA-uitkering en verzoek om herbeoordeling per november 2009
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met betrekking tot zijn WGA-uitkering. Appellant, die sinds 2006 ziek is door whiplashklachten, heeft in 2008 een loongerelateerde WGA-uitkering gekregen. In 2009 is deze omgezet naar een WGA-loonaanvullingsuitkering. Appellant heeft in 2019 verzocht om een herbeoordeling van zijn situatie per november 2009, maar het Uwv heeft dit verzoek afgewezen, omdat appellant geen nieuw medisch feit had aangedragen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit gegrond verklaard, maar het Uwv heeft in hoger beroep betoogd dat appellant geen procesbelang heeft bij de herbeoordeling, omdat zijn arbeidsongeschiktheid in 2014 al was vastgesteld op 49,75%. De Centrale Raad van Beroep heeft geoordeeld dat het Uwv niet verplicht was om de herbeoordeling uit te voeren en dat appellant geen bezwaar heeft gemaakt tegen het besluit van 2009. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank, maar met verbetering van gronden.