ECLI:NL:CRVB:2015:2337
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.E. Bakker
- G. Van Zeben-de Vries
- C.J. Borman
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep over herbeoordelingsverplichting van het Uwv voor eigenrisicodrager in het kader van de Wet WIA
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van een besloten vennootschap tegen een uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die eigenrisicodrager is in de zin van de Ziektewet, heeft bezwaar gemaakt tegen de beëindiging van de WGA-uitkering van een werknemer. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 juli 2015 uitspraak gedaan. De rechtbank had eerder geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting voor het Uwv bestond om een herbeoordeling van de arbeidsongeschiktheid van de werknemer eerder uit te voeren dan op basis van de aanvraag van de appellant. De appellant stelde dat de medische situatie van de werknemer vanaf 3 juli 2010 gelijk was aan die van 30 mei 2012 en dat het Uwv zijn rechtsplicht had geschonden door niet eerder tot herbeoordeling over te gaan. De Raad heeft de argumenten van de appellant beoordeeld en geconcludeerd dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat er geen wettelijke verplichting tot herbeoordeling bestond. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten.