ECLI:NL:CRVB:2022:2229
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van ZW-uitkering na medisch onderzoek en arbeidsongeschiktheidsevaluatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant. De appellant, die een ZW-uitkering ontving, had zijn uitkering zien beëindigen door het Uwv op basis van een medisch en arbeidskundig onderzoek. De rechtbank had het beroep van de appellant tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het medisch onderzoek voldoende zorgvuldig was uitgevoerd en dat de beperkingen van de appellant correct waren ingeschat. De appellant had zich in het verleden meerdere keren ziek gemeld en voerde aan dat zijn klachten onvoldoende waren meegenomen in de beoordeling. Hij stelde dat zijn medische situatie was verslechterd en dat er meer beperkingen moesten worden erkend. De Raad oordeelde echter dat de rechtbank de gronden van de appellant afdoende had besproken en dat er geen nieuwe medische informatie was die de eerdere beoordeling kon ondermijnen. De Raad bevestigde dat de appellant in staat was om de functies die tijdens de EZWb waren vastgesteld, te vervullen. De uitspraak van de rechtbank werd dan ook bevestigd, en er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.