ECLI:NL:CRVB:2022:2214
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag maatwerkvoorziening traplift op basis van termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De zaak betreft de afwijzing van een aanvraag voor een maatwerkvoorziening in de vorm van een traplift door het college van burgemeester en wethouders van Maasgouw. Betrokkenen, die beperkingen ondervonden bij het traplopen, hadden in januari 2018 een aanvraag ingediend, maar hebben de traplift pas een jaar later aangevraagd. De rechtbank had eerder geoordeeld dat het college de aanvraag terecht had afgewezen, omdat deze niet binnen een redelijke termijn na de realisatie van de traplift was ingediend. De Raad bevestigde deze uitspraak en oordeelde dat het college op goede gronden had gehandeld. Betrokkenen hadden in januari 2018 al aangegeven mogelijk zelf een traplift te willen aanschaffen, wat hun beslissing om de aanvraag niet eerder in te dienen beïnvloedde. De Raad oordeelde dat het college niet verplicht was om van de weigeringsgrond af te wijken, ondanks de noodzaak van de traplift. De Raad concludeerde dat de rechtbank terecht het beroep ongegrond had verklaard en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.