ECLI:NL:CRVB:2022:2205
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet
Op 13 oktober 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak betreffende de afwijzing van een ouderdomspensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Verzoekster, die in Marokko woont, had eerder een aanvraag voor AOW ingediend, welke door de Sociale Verzekeringsbank (Svb) op 10 april 2015 was afgewezen. De Svb stelde dat verzoekster niet voldoende pensioenrechten had opgebouwd. Verzoekster heeft in 2021 verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 18 november 2021, waarin de rechtbank de eerdere afwijzing had bevestigd.
Tijdens de zitting op 29 september 2022 zijn partijen niet verschenen. Verzoekster voerde aan dat haar overleden echtgenoot negen jaar in Nederland had gewerkt en dat zij zijn enige weduwe is. Daarnaast gaf zij aan ernstig ziek te zijn en niet in haar inkomen te kunnen voorzien. De Raad overwoog dat herziening van een uitspraak alleen mogelijk is op basis van nieuwe feiten of omstandigheden die vóór de uitspraak niet bekend waren en die, indien ze eerder bekend waren geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben geleid.
De Raad concludeerde dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangedragen die aan de voorwaarden voor herziening voldeden. Het verzoek om herziening werd afgewezen, omdat het verzoek niet voldeed aan de eisen van artikel 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad benadrukte dat het herzieningsmiddel niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak. De uitspraak werd gedaan door M. Wolfrat, met S.N. de Groot als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 13 oktober 2022.