ECLI:NL:CRVB:2022:2152
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- D. Hardonk-Prins
- A.T. Marseille
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in jeugdhulpzaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, vertegenwoordigd door mr. E.D. van Tellingen, had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Almere, dat hem jeugdhulp had verstrekt op basis van de Jeugdwet. De rechtbank had het beroep van appellant tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De Raad heeft ambtshalve onderzocht of appellant procesbelang had bij een inhoudelijke beoordeling van de aangevallen uitspraak.
De Raad overweegt dat er pas sprake is van voldoende procesbelang als het resultaat dat de indiener nastreeft daadwerkelijk kan worden bereikt en feitelijk betekenis kan hebben. In dit geval betreft het een reeds verstreken periode van jeugdhulp, en de gemachtigde van appellant heeft verklaard dat er geen betalingsverplichting is ontstaan. De Raad concludeert dat het niet aannemelijk is dat een inhoudelijk oordeel nog van belang kan zijn voor een toekomstige aanvraag om een persoonsgebonden budget (pgb) voor begeleiding individueel informeel.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat appellant geen procesbelang heeft bij de beoordeling van de aangevallen uitspraak. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J. Brand als voorzitter, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.