Uitspraak
21.2074 WIA
drs. M.P.W.M. Wiertz.
OVERWEGINGEN
nek-, schouder- en rugklachten en psychische klachten. Het Uwv heeft appellant een uitkering op grond van de Ziektewet toegekend. Na afloop van de voorgeschreven wachttijd heeft het Uwv aan appellant met ingang van 8 februari 2016 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA) toegekend. De mate van arbeidsongeschiktheid is daarbij vastgesteld op 100%. Met ingang van 8 juni 2018 is deze omgezet in een WGA-loonaanvullingsuitkering, gebaseerd op een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100%.
4 juni 2020 en van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep van 28 juni 2020 ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aanleiding gezien de FML van 2 maart 2020 aan te passen door een beperking toe te voegen op het beoordelingsitem verhoogd persoonlijk risico. De gewijzigde belastbaarheid van appellant per 2 maart 2020 is vastgelegd in een FML van 4 juni 2020. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens geconcludeerd dat twee van de eerder geselecteerde functies en één van de eerder geselecteerde reservefuncties onverminderd geschikt zijn voor appellant. De mate van arbeidsongeschiktheid is door het Uwv gehandhaafd op 0,00%.