ECLI:NL:CRVB:2022:2075
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering WAO-uitkering wegens andere ziekteoorzaak binnen vijf jaar na beëindiging uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere beslissing van de rechtbank Gelderland. Appellante had een WAO-uitkering ontvangen die in 2004 was beëindigd omdat haar arbeidsongeschiktheid was gedaald tot minder dan 15%. In 2018 meldde zij dat haar gezondheid was verslechterd door een mishandeling, maar het Uwv weigerde haar opnieuw een WAO-uitkering toe te kennen. De Raad oordeelde dat de toegenomen klachten voortkwamen uit een andere ziekteoorzaak dan waarvoor de oorspronkelijke WAO-uitkering was verleend. De Raad bevestigde dat het risico van een laattijdige aanvraag bij de aanvrager ligt en dat appellante onvoldoende medische gegevens had ingediend om haar standpunt te onderbouwen. De rechtbank had eerder al geoordeeld dat het medisch onderzoek niet onzorgvuldig was en dat de verzekeringsartsen niet verplicht waren om appellante zelf te onderzoeken. De Raad concludeerde dat het hoger beroep van appellante niet slaagde en bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank.