Uitspraak
21.1627 WMO 15-PV
17 maart 2021, 20/3529 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 17 maart 2021. De appellante had een aanvraag ingediend voor ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) op 30 december 2019. Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal heeft deze aanvraag afgewezen bij besluit van 16 januari 2020, wat na bezwaar is gehandhaafd op 24 augustus 2020. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht.
In hoger beroep heeft appellante betoogd dat er discrepanties waren in haar verklaringen over psychische klachten, wat volgens haar aanleiding had moeten geven voor een diepergaand onderzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft dit betoog verworpen en bevestigd dat het college op de verklaringen van appellante, die in het bijzijn van een tolk zijn afgelegd, heeft mogen afgaan. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat het college zorgvuldig te werk is gegaan en dat de onjuiste gespreksdatum die door de rechtbank werd vermeld, geen invloed heeft op de juistheid van het oordeel.
De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de griffier en de voorzitter van de meervoudige kamer.