ECLI:NL:CRVB:2022:2049

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
7 september 2022
Publicatiedatum
29 september 2022
Zaaknummer
21/1627 WMO15-PV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor WMO-ondersteuning na zorgvuldig onderzoek door het college

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Midden-Nederland van 17 maart 2021. De appellante had een aanvraag ingediend voor ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) op 30 december 2019. Het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal heeft deze aanvraag afgewezen bij besluit van 16 januari 2020, wat na bezwaar is gehandhaafd op 24 augustus 2020. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij zij heeft overwogen dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht.

In hoger beroep heeft appellante betoogd dat er discrepanties waren in haar verklaringen over psychische klachten, wat volgens haar aanleiding had moeten geven voor een diepergaand onderzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft dit betoog verworpen en bevestigd dat het college op de verklaringen van appellante, die in het bijzijn van een tolk zijn afgelegd, heeft mogen afgaan. De Raad oordeelde dat de rechtbank terecht heeft vastgesteld dat het college zorgvuldig te werk is gegaan en dat de onjuiste gespreksdatum die door de rechtbank werd vermeld, geen invloed heeft op de juistheid van het oordeel.

De Centrale Raad van Beroep heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de griffier en de voorzitter van de meervoudige kamer.

Uitspraak

21.1627 WMO 15-PV

Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van
17 maart 2021, 20/3529 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
het college van burgemeester en wethouders van Veenendaal (college)
Datum uitspraak: 7 september 2022
Zitting hebben: D. Hardonk-Prins als voorzitter en B.J. van de Griend en A.E. Dutrieux als leden
Griffier: E.J. van der Veldt
Appellante is niet verschenen. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N.V. Volchenko.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.

OVERWEGINGEN

1.1.
Appellante heeft op 30 december 2019 bij het college een aanvraag gedaan voor ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015).
1.2.
Bij besluit van 16 januari 2020, na bezwaar gehandhaafd bij besluit van 24 augustus 2020 (bestreden besluit), heeft het college die aanvraag afgewezen.
2. De rechtbank heeft het beroep van appellante tegen het bestreden besluit ongegrond verklaard. De rechtbank heeft daartoe – voor zover van belang – overwogen dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht.
3.1.
Appellante heeft zich in hoger beroep op het standpunt gesteld dat discrepanties in wat zij rondom de melding en aanvraag naar voren heeft gebracht over het bestaan van psychische klachten voor het college aanleiding hadden moeten zijn om een diepgaander onderzoek te verrichten.
3.2.
Dit betoog slaagt niet. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college zorgvuldig onderzoek heeft verricht en dat het college heeft mogen afgaan op wat appellante in het bijzijn van een tolk heeft verklaard en wat is bevestigd bij de met toestemming van appellante gedane navraag bij de Afdeling Werk en Inkomen van de gemeente Veenendaal. Dat de rechtbank daarbij een onjuiste gespreksdatum van 23 december 2019 heeft vermeld, doet aan de juistheid van het oordeel waartoe de rechtbank is gekomen niet af.
4. Er bestaat geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier De voorzitter van de meervoudige kamer
(getekend) E.J. van der Veldt (getekend) D. Hardonk-Prins
Voor eensluidend afschrift
de griffier van de
Centrale Raad van Beroep