ECLI:NL:CRVB:2022:2047
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering maatwerkvoorziening voor verlagen aanrechtblad op basis van Wmo 2015
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 september 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Limburg. Appellante, die volledig rolstoelafhankelijk is, had een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) om het aanrechtblad in haar aangepaste keuken te verlagen. Het college van burgemeester en wethouders van Maastricht had deze aanvraag afgewezen, omdat het aanrechtblad volgens hen op de juiste hoogte van 101 cm was geplaatst. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, omdat zij niet had onderbouwd dat deze hoogte niet geschikt was voor haar.
Appellante heeft in hoger beroep herhaald dat de hoogte van het aanrechtblad te hoog is en dat dit haar mobiliteit beperkt, vooral omdat ze gebruik maakt van een elektrische rolstoel. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellante niet voldoende bewijs heeft geleverd dat de hoogte van het aanrechtblad haar in de weg staat. De verwijzing naar een ergotherapeut was niet overtuigend genoeg, en het gebruik van de hoog-laagfunctie van haar rolstoel werd als een adequate oplossing gezien. De Raad bevestigde de beslissing van de rechtbank en oordeelde dat het college terecht had geweigerd de maatwerkvoorziening te verstrekken. Er was geen aanleiding voor vergoeding van proceskosten.