Uitspraak
22 1659 PW, 22/1616 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
- geldig paspoort of ID-document;
- bankafschriften van alle Nederlandse en buitenlandse betaalrekeningen van 1 maart 2018 tot heden. Daarbij is opgemerkt dat de bankafschriften van de ABN rekening **994 over de periode van 1 maart 2018 tot en met 10 november 2019 al bij het college in bezit waren;
In de brief staat dat als verzoeker de gegevens niet, niet compleet of niet op tijd kan leveren hij vooraf contact moet opnemen met de Specialist Inkomen.
- inkomsten in 2020 had hij niet, behalve de giften van zijn broers en zorgtoeslag;
Andere stukken stelt hij al verstrekt te hebben:
- paspoort;
- gegevens over de erfenis;
- in- en uitschrijfbewijs;
- bankafschriften.
zelfom heeft verzocht, negeert u! Vervolgens kapt u de beslistermijn af die u zelf heeft verlengd. Een motivering vol taalfouten […] Maar het zwaarst weegt de ondeugdelijke motivering. ‘U hebt op 30-04-2020 telefonisch aangegeven de stukken niet te kunnen overleggen.’ Luister het cassettebandje terug: voor díe stukken beroep ik mij op artikel 4:2, lid 2, A.W.B. […] U hebt nog tot 26 juni 2020 om gepast te reageren op mijn aanvraag, incl. de 4 mei-brief.”
13maanden zonder inkomen zit. […] U stelt mij in staat schriftelijk te reageren (rr10-11, brief 1 mei), verlengt de beslistermijn (rr 16-17, brief 1 mei) tot 26 juni, maar “besluit” toch maar vijf weken eerder! Waarbij u geen enkel argument uit mijn reactie behandelt, laat staan weerlegt.”
5. Tot slot bestaat aanleiding om het college te veroordelen in de proceskosten van verzoeker. Die worden begroot op € 32,- aan reiskosten in hoger beroep. Hierbij wordt uitgegaan van de prijs van een retour met de trein van [woonplaats] naar Utrecht CS, tweede klas, vol tarief.
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 16 oktober 2020;
- bepaalt dat het college de aanvraag van 16 april 2020 in behandeling neemt zoals besproken op de zitting van 25 juli 2022 en overwogen in overweging 4.5.6;