ECLI:NL:CRVB:2022:1810

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
4 augustus 2022
Publicatiedatum
16 augustus 2022
Zaaknummer
21/1035 WAO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van verzoek om herziening in sociale zekerheidszaak

Op 4 augustus 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingediend door een verzoeker uit Marokko tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 10 februari 2022. In die uitspraak was het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. De verzoeker was het niet eens met deze beslissing en vroeg in het verzet om een acceptgiro of vrijstelling van het griffierecht, omdat hij het geld nodig had voor zijn familie. De Raad overwoog echter dat de verzoeker tweemaal was geïnformeerd over de betaling van het griffierecht en de mogelijkheid om vrijstelling aan te vragen, maar dat hij hier geen gebruik van had gemaakt. De Raad concludeerde dat de verzetprocedure niet bedoeld is om alsnog dergelijke verzoeken in te dienen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien om proceskosten aan de verzoeker te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken door J.C. Boeree, in aanwezigheid van griffier E.P.J.M. Claerhoudt.

Uitspraak

Datum uitspraak: 4 augustus 2022
21/1035 WAO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:119, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het verzoek om herziening tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 1 december 2020, 19/642 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[verzoeker] te [woonplaats] , Marokko (verzoeker)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)

PROCESVERLOOP

De Raad heeft het verzoek om herziening van verzoeker tegen de aangevallen uitspraak op
10 februari 2022 niet-ontvankelijk verklaard. Dat betekent dat de Raad het hoger beroep niet inhoudelijk in behandeling kan nemen. De Raad heeft de beslissing genomen op grond van de artikelen 8:54 en 8:119 van de Algemene wet bestuursrecht.
Verzoeker is het niet eens met de niet-ontvankelijkverklaring en heeft verzet ingediend.
Het verzet is behandeld ter zitting van 23 juni 2022. Beide partijen waren daarbij niet aanwezig.

OVERWEGINGEN

In de uitspraak van de Raad van 10 februari 2022 is het verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet is betaald.
In verzet heeft verzoeker verzocht hem een acceptgiro toe te sturen of vrijstelling van het griffierecht te verlenen omdat hij het geld nodig heeft voor zijn familie. De Raad overweegt dat verzoeker twee maal een nota griffierecht heeft ontvangen waarin werd uitgelegd hoe hij die (ook vanuit het buitenland) kon voldoen en waarbij hij erop is gewezen dat hij om vrijstelling kon verzoeken. Dat heeft hij niet gedaan. De verzetprocedure is er niet voor bedoeld om alsnog in de gelegenheid te worden gesteld om dergelijke verzoeken in te dienen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
De Raad ziet geen aanleiding om proceskosten aan verzoeker te vergoeden.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van E.P.J.M. Claerhoudt als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 4 augustus 2022.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) E.P.J.M. Claerhoudt

DÉCISION

La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale) déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par J.C. Boeree en présence de E.P.J.M. Claerhoudt en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 4 Août 2022.