ECLI:NL:CRVB:2022:1757
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag Wajong-uitkering wegens arbeidsvermogen en basale werknemersvaardigheden
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 augustus 2022 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een Wajong-uitkering door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Appellant, geboren in 1988, heeft een aanvraag ingediend op basis van een paranoïde persoonlijkheidsstoornis en schizofrenie. Het Uwv heeft vastgesteld dat appellant, ondanks zijn beperkingen, over basale werknemersvaardigheden beschikt en in staat is om ten minste vier uur per dag te werken, met de mogelijkheid om één uur aaneengesloten te werken in een rustige werkomgeving.
De rechtbank Noord-Nederland had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Centrale Raad heeft deze uitspraak bevestigd. De Raad oordeelde dat het Uwv terecht heeft geconcludeerd dat appellant arbeidsvermogen heeft. De verzekeringsarts en arbeidsdeskundige hebben voldoende medische en arbeidskundige grondslagen aangevoerd om te stellen dat appellant de taak 'inpakken' kan uitvoeren. De Raad heeft geen nieuwe gronden van appellant in hoger beroep geconstateerd die de eerdere oordelen zouden kunnen ondermijnen.
De Centrale Raad heeft benadrukt dat de door appellant overgelegde informatie van de GGZ al was meegenomen in de eerdere beoordelingen en dat er geen nieuwe medische gegevens zijn gepresenteerd die de conclusie van het Uwv zouden kunnen weerleggen. De Raad heeft de beslissing van het Uwv om de Wajong-uitkering te weigeren, bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.