ECLI:NL:CRVB:2022:1724
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- F. Hoogendijk
- A.F. Hulskes
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor woonkosten en verhuisplicht
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag om woonkostentoeslag door het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam. Appellanten, die in een koopwoning wonen, hebben een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de vorm van woonkostentoeslag, omdat hun woonkosten te hoog waren. Het college had eerder bijzondere bijstand toegekend, maar met de verplichting om te proberen goedkopere woonruimte te vinden. De aanvraag werd afgewezen omdat appellanten niet voldaan hadden aan deze verhuisplicht en er geen bijzondere omstandigheden waren die een uitzondering rechtvaardigden. De rechtbank verklaarde het beroep tegen deze afwijzing ongegrond, waarna appellanten in hoger beroep gingen.
De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. De Raad stelt vast dat appellanten niet hebben voldaan aan de verhuisplicht die hen eerder was opgelegd en dat de hoge woonkosten niet meer voortvloeiden uit bijzondere omstandigheden, maar uit hun keuze om niet te verhuizen. De Raad benadrukt dat bijzondere bijstand voor woonkosten alleen wordt verleend als er sprake is van bijzondere omstandigheden die de hoge kosten rechtvaardigen. In dit geval was er geen sprake van dergelijke omstandigheden, en de Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank.