ECLI:NL:CRVB:2018:291
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A. Stehouwer
- E.C.R. Schut
- M. Schoneveld
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor woonkostentoeslag wegens onvoldoende inspanning tot verkoop of verhuizing
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 30 januari 2018 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. Appellanten, die sinds 27 mei 2013 bijstand ontvangen op basis van de Participatiewet, hadden een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand in de vorm van een woonkostentoeslag. Deze aanvraag werd afgewezen door het college, omdat appellanten onvoldoende inspanningen hadden verricht om goedkopere woonruimte te vinden. De rechtbank heeft het beroep tegen deze afwijzing ongegrond verklaard.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellanten geen enkele poging hebben ondernomen om hun woning te verkopen of om andere, goedkopere woonruimte te vinden. De Raad oordeelde dat de woonlasten van appellanten niet voortvloeien uit bijzondere omstandigheden, zoals vereist door artikel 35 van de Participatiewet. De Raad benadrukte dat het bijstandverlenend orgaan geen beoordelingsvrijheid heeft in deze kwestie en dat de bestuursrechter een eigen oordeel moet vormen.
De Raad concludeerde dat de appellanten niet aannemelijk hebben gemaakt dat er bijzondere omstandigheden waren die hen verhinderden om de woonlasten te verlagen. De stelling dat goedkopere woonruimte niet beschikbaar was, werd niet onderbouwd. De medische toestand van de appellant werd ook niet als een bijzondere omstandigheid erkend. Uiteindelijk bevestigde de Raad de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep af.