ECLI:NL:CRVB:2022:1717
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking en terugvordering van bijstand wegens schending van de inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Leeuwarden. De appellant ontving sinds 6 juni 2006 bijstand op basis van de Participatiewet (PW). Naar aanleiding van een melding van zijn oudste zoon dat appellant onterecht bijstand ontving, heeft het college van burgemeester en wethouders van Súdwest-Fryslân een onderzoek ingesteld. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant de inlichtingenverplichting had geschonden door geen melding te maken van verzwegen vermogen en inkomsten uit vrijwilligerswerk. Het college heeft daarop de bijstand van appellant met terugwerkende kracht ingetrokken en een bedrag van € 120.769,09 teruggevorderd.
De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant aangevoerd dat de ontvangen vergoedingen voor vrijwilligerswerk geen middelen zijn die gemeld hadden moeten worden. De Raad heeft echter geoordeeld dat appellant niet heeft aangetoond dat hij zijn verplichtingen op het gebied van inlichtingen heeft nageleefd. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet heeft gemeld dat hij gebruik maakte van bankrekeningen van zijn zoon, wat van invloed kan zijn op het recht op bijstand. De Raad heeft de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de bijstandsuitkeringen bevestigd, en geoordeeld dat er geen sprake is van onevenredigheid of ongekend onrecht.
De uitspraak benadrukt het belang van de inlichtingenverplichting voor bijstandsontvangers en de gevolgen van het niet naleven daarvan. De Raad heeft ook aangegeven dat de appellant de mogelijkheid heeft om zijn aflossingsverplichting te beperken, maar dat dit niet verder kan worden uitgebreid dan het college heeft aangeboden. De uitspraak is openbaar gedaan en bevestigd de eerdere beslissing van de rechtbank.