Uitspraak
20.385 BBZ
11 december 2019, 19/3123 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
Appellante en de ex-partner zijn gevestigde ondernemers. Zij beschikken over ruim voldoende ondernemerscapaciteiten. De gerealiseerde omzet heeft zich tot dusverre in een positieve lijn ontwikkeld. Het inkomen uit het bedrijf is momenteel per saldo toereikend om in de kosten van het levensonderhoud te voorzien en om aan de zakelijke verplichtingen te voldoen. Het inkomen over het gehele jaar 2018 ligt naar verwachting boven de geldende jaarnorm. De markt- en brancheomstandigheden zijn positief te noemen. Voor de bedrijfsvoering van appellante en de ex-partner wordt voldoende perspectief gezien. De ex-partner wordt ingehuurd als salesconsultant en hoofd bedrijfsontwikkeling. De ex-partner realiseert momenteel 89% van de totale omzet met zijn activiteiten voor twee belangrijke opdrachtgevers. Daarnaast realiseert appellante omzet met haar werkzaamheden als personal assistent.
14 januari 2019, de datum van het besluit tot afwijzing van de aanvraag. Met eventuele ontwikkelingen na dat tijdstip wordt geen rekening gehouden. Het gaat om de verwachting op een bepaald moment over de toekomst van het bedrijf (vergelijk de uitspraak van 1 augustus 2017, ECLI:NL:CRVB:2017:2743).
27 december 2018 uitvoerig heeft gereageerd op het IMK-advies en dat zij niet heeft gesteld dat na het wegvallen van twee grote opdrachtgevers het bedrijf niet langer levensvatbaar was. Weliswaar heeft appelante in haar reactie van 27 december 2018 gesteld dat de voor 2019 geprognosticeerde inkomsten deels zijn weggevallen, maar ook dat nieuwe mogelijkheden zich aandienen. Zij heeft verder ook geen concrete financiële gegevens geleverd op grond waarvan het college aanvullend onderzoek van het IMK heeft moeten vragen. Op grond van de gedingstukken, waaronder een door appellante op 16 oktober 2019 ingediende aanvraag om bijstand ingevolge de PW, en al hetgeen appellante in bezwaar, beroep en hoger beroep heeft aangevoerd is veeleer aannemelijk dat het bedrijf van appellante op enig moment na
14 januari 2019 – in weerwil van de bij het IMK-advies gegeven prognose – niet langer levensvatbaar was.