ECLI:NL:CRVB:2022:168
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Herziening van bijstand en herstel van onjuiste betaling onder de Participatiewet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had bezwaar gemaakt tegen de herziening van zijn bijstandsuitkering. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam had bij besluit van 13 november 2018 bijstand toegekend naar de norm voor een alleenstaande kostendeler, maar na verhuizing naar een eigen woning op 18 juli 2019, werd de bijstand aangepast naar de norm voor een alleenstaande. De appellant ontving echter ten onrechte een nabetaling op basis van de norm voor een alleenstaande over een periode waarin hij nog bij zijn zus woonde. Het college heeft deze fout hersteld door een bedrag van € 2.855,39 terug te vorderen. De Raad oordeelde dat het college bevoegd was om deze fout te herstellen, aangezien er geen strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en de appellant redelijkerwijs had moeten begrijpen dat de nabetaling onterecht was. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van de appellant af.