Uitspraak
20 3181 ZW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
9 september 2020 geen nieuwe medische informatie. Er worden door de psychiater geen nieuwe diagnoses genoemd en ook overigens bevat deze brief geen ander beeld ten aanzien van de medische situatie van appellante ten tijde in geding. Ook de stellingen van appellante over de frequentie van de behandelingen van de psychiater en de duur ervan leiden er niet toe dat de belastbaarheid van appellante onjuist is vastgesteld. Met het medicijngebruik van appellante heeft de arts bezwaar en beroep rekening gehouden door een beperking aan te nemen op het aspect ‘persoonlijk risico’. De stelling van appellante dat zij vanwege haar medicatie ook bijwerkingen heeft op het gebied van (onder meer) concentratie en reactievermogen heeft zij onvoldoende onderbouwd. Verder blijkt uit de door appellante overgelegde medicatieoverzichten niet dat de arts bezwaar en beroep voor wat betreft de datum in geding is uitgegaan van onjuiste en/of onvolledige gegevens.
3 december 2020 en ergotherapeut R. Loneus van 12 augustus 2021 heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep afdoende gereageerd in zijn rapport van 23 maart 2022.
9 september 2020 wordt vermeld dat het Nederlands van appellante net toereikend is. Verder is van belang de vaste rechtspraak (bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 2 september 2020, ECLI:NL:CRVB:2020:2064) dat een betrokkene met een beperkte lees- en taalvaardigheid in de Nederlandse taal doorgaans in staat kan worden geacht om eenvoudige productiematige functies te vervullen. In dit geval is van dergelijke functies sprake. Tenslotte geldt voor de twee functies met opleidingsniveau 1 (productiemedewerker voedingsmiddelenindustrie en inpakker) de fictie van artikel 9, aanhef en onder a, van het Schattingsbesluit. Op grond van dit artikel wordt verondersteld dat appellante de bekwaamheid van mondelinge beheersing van de Nederlandse taal binnen zes maanden kan verwerven.