Uitspraak
20.2813 WAJONG
7 juli 2020, 19/5045 (aangevallen uitspraak)
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van een Wajong-uitkering aan appellant, geboren in 1997. Appellant had een aanvraag ingediend voor een Wajong-uitkering, maar het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze op basis van de conclusie dat appellant over arbeidsvermogen beschikte. De Raad oordeelde dat appellant, ondanks zijn psychische beperkingen, in staat was om basale werknemersvaardigheden te ontwikkelen. De rechtbank Noord-Holland had eerder de beslissing van het Uwv bevestigd, en de Raad onderschreef deze conclusie. Appellant had geen nadere medische informatie overgelegd ter ondersteuning van zijn standpunt dat zijn psychische belastbaarheid was overschat. De Raad concludeerde dat de beoordeling van het Uwv juist was, mede op basis van de afgeronde opleidingen van appellant en zijn eerdere werkervaring. De vader van appellant verklaarde dat zijn zoon niet openstaat voor hulpverlening, maar de Raad oordeelde dat er geen aanknopingspunten waren om te twijfelen aan de beoordeling van het Uwv. De uitspraak bevestigde de eerdere beslissing van de rechtbank, en er werd geen veroordeling in proceskosten uitgesproken.