ECLI:NL:CRVB:2022:1301
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- A.E. Dutrieux
- G.F. Telci
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in Wmo-zaak
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland, die haar beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amersfoort ongegrond had verklaard. Het college had eerder een aanvraag van appellante voor ondersteuning op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) afgewezen, gebaseerd op een medisch advies waaruit bleek dat er geen medische noodzaak was voor de gevraagde vervoersvoorzieningen. De rechtbank heeft deze afwijzing bevestigd.
Appellante heeft in hoger beroep betoogd dat de medisch adviseur onterecht informatie heeft ingewonnen bij haar huisarts en dat het medisch advies niet zorgvuldig was. Tevens heeft zij aangevoerd dat de rechtbank ten onrechte heeft overwogen dat zij in staat is om 800 meter aaneen te lopen. In de tussentijd heeft het college echter nieuwe aanvragen van appellante beoordeeld en haar de gevraagde maatwerkvoorzieningen verstrekt, waardoor de Raad van oordeel is dat appellante geen procesbelang meer heeft bij een inhoudelijke beoordeling van het hoger beroep.
De Raad heeft vastgesteld dat het hebben van een louter formeel of principieel belang niet voldoende is voor het aannemen van procesbelang. Aangezien appellante inmiddels heeft gekregen wat zij met de procedure wilde bereiken, heeft de Raad het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door A.E. Dutrieux, met G.F. Telci als griffier, en is openbaar uitgesproken op 1 juni 2022.