ECLI:NL:CRVB:2022:129
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake WIA-uitkering en schadevergoeding met betrekking tot reumatische klachten
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin zijn beroep tegen de afwijzing van zijn WIA-uitkering werd ongegrond verklaard. Appellant heeft zich ziek gemeld vanwege rug- en nekklachten, en later ook psychische klachten. Het Uwv heeft in eerdere besluiten vastgesteld dat zijn arbeidsongeschiktheid minder dan 35% bedraagt, en heeft geweigerd hem een WIA-uitkering toe te kennen. De rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek zorgvuldig is uitgevoerd en dat de aan appellant toegewezen belastbaarheid correct is vastgesteld. Appellant heeft in hoger beroep herhaald dat zijn reumatische klachten ten onrechte niet zijn meegenomen in de beoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid. De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank onderschreven en geconcludeerd dat er geen medische noodzaak is voor een urenbeperking of volledige arbeidsongeschiktheid. De Raad heeft het hoger beroep afgewezen en de aangevallen uitspraak bevestigd, zonder aanleiding te zien voor schadevergoeding aan appellant.