Uitspraak
21 3666 AW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 7 juli 2020 ongegrond.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Limburg. De rechtbank had zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het geschil tussen het college van burgemeester en wethouders van Maastricht en betrokkene, die in dienst was van de gemeente Maastricht. De Raad oordeelt echter dat de bestuursrechter wel degelijk bevoegd is. Het geschil betreft een ontslagbesluit van 20 maart 2019, waarbij betrokkene eervol ontslag is verleend op grond van de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeente Maastricht. Er waren onderhandelingen gaande over een minnelijke ontslagregeling, maar het college heeft geweigerd deze vast te stellen. De Raad concludeert dat de rechtbank ten onrechte onbevoegd was en vernietigt de aangevallen uitspraak. De Raad verklaart het beroep van betrokkene tegen het bestreden besluit ongegrond. De uitspraak benadrukt de noodzaak van bestuurlijke goedkeuring bij minnelijke regelingen en het belang van de rechtspositie van ambtenaren.