ECLI:NL:CRVB:2022:1109
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake informatieplicht staatssecretaris bij bevordering en pensioenknip
In deze zaak heeft appellant, een beroepsmilitair bij de Koninklijke Marine, hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag. Appellant stelt dat de staatssecretaris van Defensie zijn informatieplicht heeft geschonden door hem niet te informeren over de gevolgen van zijn salarisverhoging op zijn pensioen bij zijn bevordering op 10 juni 2002. De Centrale Raad van Beroep oordeelt dat er geen algemene verplichting bestaat voor de werkgever om te waarschuwen voor een mogelijke pensioenknip bij een salarissprong. De Raad concludeert dat de staatssecretaris niet onrechtmatig heeft gehandeld en dus niet aansprakelijk is voor de schade die appellant stelt te lijden. De rechtbank had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, en de Raad bevestigt deze uitspraak. De Raad benadrukt dat het de verantwoordelijkheid van appellant zelf was om informatie in te winnen over de gevolgen van zijn bevordering voor zijn pensioen. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.