Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.K was van mening dat betrokkene teveel haar eigen gang ging en niet de ondersteuning bood waaraan K behoefte had, terwijl betrokkene zich belemmerd voelde in het uitoefenen van haar taken. Op 4 maart 2016 is door K en betrokkene gesproken over strubbelingen in hun werkrelatie alsmede in de werkrelatie tussen betrokkene en de adviseur bedrijfsvoering (P). Afgesproken is dat K en betrokkene vervolgens wekelijks overleg zouden hebben, om tot verbetering in de samenwerking te komen. Daarna is deze werkrelatie echter nog meer onder spanning komen te staan, onder meer doordat betrokkene buiten K om contact opnam met contactpersonen van K en betrokkene volgens K de kwartaalcontrole al had uitgevoerd zonder dat zij daarvan op de hoogte was. Op 22 april 2016 heeft betrokkene de gemeentesecretaris een e-mailbericht gestuurd, waarin zij met spoed een vertrouwelijk gesprek met hem heeft gevraagd omdat er volgens haar heel veel mis ging binnen [organisatie 1] en de bom op barsten stond. De gemeentesecretaris heeft betrokkene bij e-mailbericht van 25 april 2016 naar K verwezen en geadviseerd om de aangekaarte punten met haar te bespreken, desnoods met een ander daarbij. Op 28 april 2016 heeft betrokkene de HR-adviseur verzocht om mediation. De HR-adviseur heeft hierop niet gereageerd, evenmin na rappel van betrokkene op 1 en 2 juni 2016. Op 26 mei 2016 heeft K aan betrokkene, met een cc aan onder meer P en aan B, lid van het Management Team (MT), een e-mailbericht verstuurd waarin K haar ongenoegen heeft uitgesproken over het feit dat betrokkene het interne controleplan nog niet had afgerond. In reactie daarop heeft betrokkene op dezelfde dag in een e-mailbericht aan de MT-leden, onder wie K, haar onvrede geuit over de wijze waarop K omging met interne controle en heeft zij kenbaar gemaakt dat haar de regie over het interne controleplan werd ontzegd. B heeft daarop aan betrokkene kenbaar gemaakt dat zij de toon van het bericht van betrokkene jegens K stuitend vond, en het haar gepast leek dat betrokkene haar kritiek met K besprak en indien nodig op de agenda van het MT zou zetten. Betrokkene heeft vervolgens op 30 mei 2016 een agendapunt, luidend “tekortkomingen AO/IC binnen [organisatie 1] ”, voor het MT-overleg aangeleverd. Zij heeft dit agendapunt bij e-mailbericht van 3 juni 2016 aan de MT-leden toegelicht. Volgens betrokkene was sprake van de volgende problemen bij [organisatie 1] :