Uitspraak
19.1834 WIA
OVERWEGINGEN
30 januari 2015 heeft zij zich voor dit werk ziekgemeld vanwege een operatie op KNO-gebied. Nadien heeft appellante ook psychische klachten gemeld. Appellante heeft van
De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft aanleiding gezien om de FML aan te passen met aanvullende beperkingen in de categorieën persoonlijk- en sociaal functioneren, en dynamische handelingen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft de aan de schatting ten grondslag gelegde functies opnieuw bezien en twee functies niet geschikt geacht voor appellante. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft vervolgens een nieuwe functie geselecteerd en op basis van de aangepast FML van 14 juli 2017 vastgesteld dat appellante met haar beperkingen in staat is de functies van productiemedewerker industrie (SBC-code 111180), machinaal metaalbewerker (SBC-code 264122) en medewerker intern transport (SBC-code 111220) te verrichten, en dat zij onveranderd voor minder dan 35 % arbeidsongeschikt is.
18 oktober 2018 gerapporteerd. De rechtbank heeft geoordeeld dat Buiten op basis van het door hem uitgevoerde onderzoek, waaronder een uitgebreide anamnese, psychisch onderzoek, alle beschikbare medische informatie en de door hem opgevraagde informatie van
28 september 2018 van GZ-psycholoog D. van Witzenburg, tot de conclusie is gekomen dat bij appellante sprake is van een recidiverende depressie, lichte mate met daarnaast een lichte paniekstoornis, waarbij stressfactoren in de werksituatie een rol hebben gespeeld, naast de verwerking van de terugkeer van haar ouders naar Turkije met als onderhoudende factor relationele problematiek. Buiten heeft geen persoonlijkheidsstoornis gediagnosticeerd. Met betrekking tot de vraag van de rechtbank aan de deskundige of hij kan instemmen met de vaststelling van de belastbaarheid en de in FML van 14 juli 2017 vastgelegde beperkingen heeft Buiten aangegeven dat het vaststellen van de belastbaarheid en het hanteren van de FML in eerste instantie behoort tot het werkgebied van de verzekeringsarts en dat hij als psychiater niet competent is dit zelfstandig vast te stellen. Wel heeft hij vanuit zijn vakgebied opmerkingen kunnen maken. Buiten heeft geen reden gezien om een verdergaande beperking op werktijden aan te nemen. Op het gebied van concentratie, volharding en tempo heeft Buiten lichte beperkingen geconstateerd. Aan het eind van het onderzoek is appellante wat trager gaan reageren. Een trager tempo en vermindering van de aandacht passen bij de gesignaleerde depressie, aldus Buiten. Ten aanzien van de rubriek sociaal functioneren heeft Buiten op het gebied van rol functioneren, sociale en recreatieve activiteiten een lichte beperking gezien. Daarbij is opgemerkt dat appellante weinig buitenshuis onderneemt en sociaal niet actief is. Ten aanzien van zelfzorg, persoonlijke hygiëne en activiteiten van het dagelijks leven acht Buiten appellante niet beperkt. Op het gebied van reizen heeft Buiten geconstateerd dat het reizen in de nabije omgeving appellante wat moeite kost om alleen te doen, maar omdat zij anderzijds wel in staat is om meerdere malen naar Turkije te reizen, acht Buiten haar hiervoor uiteindelijk niet beperkt. Op het gebied van interpersoonlijke relaties functioneert appellante volgens Buiten adequaat.
11 december 2017 voldoende gemotiveerd toegelicht dat de aan de schatting ten grondslag liggende functies voor appellante geschikt zijn.